Waarom geloven we in de kerk?
Na de kruisdood op Golgotha is Jezus Christus niet in de dood gebleven. Hij is op de derde dag weer opgestaan uit de doden en heeft zo de dood overwonnen. Daarna is Hij opgevaren naar de hemel en daar zit Hij aan de rechterhand van God, de almachtige Vader. Onze Verlosser vergadert daarvandaan zijn kerk. Hij wil dat de gelovigen een eenheid vormen en samen zich verbonden weten met Hem.
De Heere Jezus zegt dat we de kerk moeten zien als een lichaam. Hij is zelf het Hoofd van het lichaam en wij zijn de andere delen van dit lichaam. Je kan als lichaamsdeel niet in je eentje functioneren, daar heb je elkaar voor nodig. Daarom kun je feitelijk niet in je eentje geloven. De kerkdiensten vormen het centrum van de kerk. In de kerkdiensten ontmoeten we God en elkaar. Daar worden we gebouwd in het geloof en ontvangen we vergeving van zonden.
Hoewel de kerk een eenheid is en moet zijn, leven we in een wereld met veel kerkelijke verdeeldheid. Dit is een verdrietige zaak. In de kerk moet het Woord van God in alles centraal staan, omdat de Heere Jezus op die manier zijn kerk regeert. De oorzaak van kerkelijke verdeeldheid is dat dit Woord vaak wordt losgelaten. Als gelovigen zoeken we de eenheid met alle mensen die de Heere naar waarheid dienen (zie daarvoor ook de drie Formulieren van Eenheid).